MENU

Logopediepraktijk De Morgenzon richt zich op de zorg die nodig is als er problemen zijn met de stem, spraak, taal en gehoor. Ik behandel stoornissen op het gebied van persoonlijke communicatie.

Wat doet de logopedist?

 

(verzamelgebouw: De Morgenzon)

Bezoekadres: Kerkstraat 57 -  5411 EA Zeeland - Mobiel: 06-53857123

Postadres: Schoolstraat 5  5438 AC - Gassel - Regiobank: NL36 RBRB 0783 0349 89 - KVK: 75763354

Logopediepraktijk De Morgenzon richt zich op de zorg die nodig is als er problemen zijn met de stem, spraak, taal en gehoor. Ik behandel stoornissen op het gebied van persoonlijke

communicatie.

Sensorische Informatieverwerking

Sensorische integratie is het verband tussen het waarnemen en de bewegingsreactie daar op.

Wat doet sensorische integratie?

Wanneer we met onze zintuigen iets zien, voelen, ruiken, proeven of horen, noemen we dat waarnemen. Vaak is zo’n waarneming aanleiding voor ons om iets te doen of juist niet te doen. Maar ook bij dagelijkse activiteiten zoals eten en aankleden, maken we gebruik van de informatie van deze waarnemingen. De samenwerking tussen waarnemen en de activiteit die daarvan het gevolg is, wordt sensorische integratie genoemd. Kinderen maken hier bijvoorbeeld gebruik van bij het spelen.

 

Er zijn verschillende manieren waarop we op zintuiginformatie kunnen reageren:

Een zintuigprikkel geeft een signaal, waardoor we onze aandacht op die zintuigprikkel richten. Hierdoor merken we de prikkel op en kunnen erop reageren. Op deze manier richten we onze aandacht ergens op, doen we informatie op en leren we dingen.

  • Sommige zintuigprikkels geven een sterker signaal dan andere, omdat die zintuigprikkels een groter gevaar inhouden. Een brandlucht waarschuwt ons op een andere manier dan de geur van vers gezette koffie. Als een zintuigprikkel ons waarschuwt voor gevaar dan komen we in actie om ons in veiligheid te brengen. Onze aandacht is helemaal op het gevaar gericht en het opnemen van informatie is dan niet aan de orde.
  • Een zintuigprikkel kan ook een heel zwak signaal geven, we richten onze aandacht niet op de prikkel en merken die dan helemaal niet op en laten die langs ons heen gaan. We nemen dan ook geen informatie op van die zintuigprikkel.

 

Bij iedere zintuigprikkel kiezen we op welke manier we reageren. Gelukkig gebeurt dit meestal onbewust en hoeven we er niet over na te denken.

Het evenwichtsgevoel en het tastgevoel spelen een belangrijke rol bij het richten van de aandacht en het waarschuwen voor gevaar. Zij zorgen er vooral voor dat we niet vallen en of de ondergrond waarop we staan, zitten of liggen, wel stevig genoeg is. Als we niet kunnen vallen is het pas veilig om te bewegen. Door het bewegen krijgen we informatie van onze spieren en gewrichten over onze houding en bewegingen. Vooral hierdoor is bewegen leuk en ontstaat de ‘lol’ van bewegen, let je op wat je aan het doen bent en kun je dingen leren. De zintuigen moeten uiteindelijk als een geheel functioneren. We herkennen pas iets als we het gezien, gevoeld, geroken, gehoord en of geproefd hebben.

 

Tot de zintuigen behoren:

  • Het auditieve systeem = Het gehoor: dit systeem treedt in werking wanneer iemand met zijn nagels op het schoolbord krast. De manier van reageren op dit geluid is per persoon verschillend.
  • Het tactiele systeem = De tast/het voelen: dit systeem treedt in werking wanneer je je hand in je zak steekt en je verwacht je sleutels te pakken maar je grijpt in iets zachts. De manier van reageren op dit gevoel is per persoon verschillend.
  • Het visuele systeem = Het zien: dit systeem treedt in werking wanneer je plotseling iets vanuit je ooghoek waarneemt, bijvoorbeeld een kat die voorbijschiet. De manier van reageren op dit plotselinge zien is per persoon verschillend.
  • De smaak = Het proeven: dit systeem treedt in werking wanneer je denkt melk te drinken maar het is karnemelk . De manier van reageren op deze andere smaak is per persoon verschillend.
  • De geur = Het ruiken: dit systeem treedt in werking wanneer je denkt een heerlijk geurtje te ruiken maar het is ammoniak. De manier van reageren op deze andere geur is per persoon verschillend.
  • Het proprioceptieve systeem = De prikkels/informatie die vanuit het eigen lichaam komen = de spieren, pezen en gewrichten: dit systeem treedt in werking wanneer je iets van iemand aanpakt maar je vergist je in het gewicht. De manier van reageren op dit verkeerd inschatten is per persoon verschillend.

 

Problemen met sensorische integratie?

Problemen met de sensorische integratie ontstaan door stoornissen in de verwerking van die zintuigprikkels. Dit doet zich vooral voor met de informatie die de verschillende vormen van het voelen oplevert. We voelen dan ons lichaam en onze bewegingen onvoldoende. Daardoor gaan veel activiteiten fout, gebeuren langzaam of gebeuren niet logisch. We zien dat bijvoorbeeld bij kinderen die minder goed opletten bij de dingen die ze doen.

Soms worden zulke kinderen extra druk of juist stil, angstig, teruggetrokken of dromerig.

Bij problemen met de sensorische integratie is het signaal van het tast- en evenwichtsgevoel te sterk of te zwak. Hierdoor reageren we alsof we in gevaar verkeren, terwijl dat niet zo is, of we geven deze zintuigprikkels te weinig aandacht, terwijl dat wel zou moeten. We richten onze aandacht op een verkeerde manier en merken onze eigen bewegingen onvoldoende op. Hierdoor gebruiken we de informatie uit onze spieren en gewrichten te weinig en ontstaan problemen met de concentratie en het leren van dingen. Signalen dat het niet goed gaat met de prikkelverwerking / sensorische integratie:

 

Auditief:

  • Bijvoorbeeld: hekel hebben aan lawaai, in paniek raken van plotselinge, vreemde geluiden, vluchten voor lawaai, moeite met de concentratie of oost indisch doof zijn, veel gillen of schreeuwen, schrikken als ze plotseling iets zien, dromerig

Tactiel:

  • Bijvoorbeeld: negatieve, afwerende, agressieve en emotionele reactie op niet gevaarlijke tast-prikkels of  alles aan willen raken, slordig werken, alles in de mond blijven stoppen

Visueel:

  • Bijvoorbeeld: het vermijden van bepaalde kleuren, overgevoelig reageren op fel licht, snel afgeleid door dingen die gezien worden, niet of nauwelijks oogcontact maken of fel licht opzoeken

Vestibulair:

  • Bijvoorbeeld: slechte oprichting van het hoofd, hoge ademhaling, niet willen bewegen, faalangstig, snel van slag of veel vallen of struikelen, slechte hoofdbalans, lage tonus / spierspanning

Proprioceptief:

  • Bijvoorbeeld: slecht lichaamsschema, vaak ergens tegen aan botsen, adem vast zetten, veel vallen, struikelen, onhandig, wiebelig, minder alert, alle bewegingen worden met teveel spierkracht uitgevoerd

 

Problemen in de sensorische integratie worden gezien als een niet op een juiste manier gebruiken van vooral aanraking- en bewegingsprikkels, waardoor we onze bewegingen te weinig voelen, niet opletten wat we aan het doen zijn en moeilijk dingen leren.

Een behandeling kan bij veel kinderen en kan zelfs bij volwassenen met problemen met de sensorische integratie, tot succes leiden. Hiervoor is het noodzakelijk om het kind zodanig aan te raken en te bewegen dat hij die aanrakingen en bewegingen gaat gebruiken en het leuk gaat vinden. Het gebruik van deze prikkels zal dan tot veranderingen leiden

 

Wat doet de logopedist?

Tijdens de logopedische behandelingen wordt er gebruik gemaakt van de inzichten die de logopediste  heeft verkregen tijdens de opleiding. Wanneer er tijdens een anamnese (=eerste) gesprek veel problemen in de ontwikkeling van het kind naar voren komen dan wordt er een voorstel gedaan om middels een uitgebreide  stellingenlijst  eens nader te kijken of er al dan niet problemen zijn  bij de sensorische integratie. Het  behandelplan kan naar aanleiding van de uitkomst van deze lijsten  opgesteld of eventueel aangepast worden.

 

Wanneer uit het anamnese gesprek of later tijdens de behandeling blijkt dat het invullen van zo’n stellingenlijst zinvol zou kunnen zijn, kunnen ouders vaak behoorlijk wat stellingen aankruisen waarna een afspraak gepland wordt om de lijst samen door te spreken. Ouders krijgen dan tekst en uitleg en er wordt gekeken waar de knelpunten  (overregistraties of onderregistraties) zitten.

Vaak krijgen ouders tijdens zo’n gesprek ook meer inzicht in hun kind, in waarom het is zoals het is, waarom het doet zoals het doet, waarom het reageert zoals het reageert…

Met dit inzicht krijgen ouders ook (weer) meer respect voor hun kind!!

Kinderen weten ontzettend goed wat op bepaalde momenten goed / belangrijk voor hen is, volwassenen kijken daar vaak vreemd tegen aan. Kinderen worden dan als lastig, opvallend of vervelend ervaren. Maar eigenlijk kunnen wij volwassenen nog veel van deze kinderen leren!

Mocht er in meerdere systemen sprake zijn van een onderregistratie, dysregistratie (= verstoorde) of overregistratie dan bestaat de mogelijkheid om middels de borstel en gewrichtsdruk techniek de prikkelverwerking te verbeteren.. Dit werkt ontzettend positief!!

Hiermee kan er op verschillende vlakken heel erg veel positief (!) bereikt worden, in een redelijk korte, intensieve!! tijd.

 

Op het gebied van:

  • eten / drinken
  • slapen
  • gedrag
  • concentratie / aandacht
  • zindelijkheid
  • vermoeidheid
  • emoties
  • luisterhouding
  • zoeken van bepaalde prikkels)

De ouders die deze techniek hebben geleerd en toegepast op hun kind zijn er heel positief over.

Bezoekadres: Kerkstraat 57 -  5411 EA Zeeland

Mobiel: 06-53857123 - KVK: 75763354